Een verhaal over de eeuwige Nederlandse strijd tegen water
WIERINGERMEER
Kaart Wieringermeer
De Wieringermeer, in 1930 drooggelegd, is de enige echte Zuiderzeepolder in Nederland. De drooglegging maakte deel uit van de Zuiderzeewerken. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 bleek voor het neutrale Nederland hoe belangrijk een nationale voedselvoorziening was en dus de noodzaak voor extra landbouwgrond. Tijdens de watersnoodramp in januari 1916 kwamen grote delen van Noord-Holland onder water te staan. In juni 1918 werd de Zuiderzeewet van kracht waarin was besloten een dijk aan te leggen, “loopende van de Noordhollandsche kust door het Amsteldiep naar het eiland Wieringen en van dit eiland naar de Friesche kust bij Piaam”. Naast het traject voor de Afsluitdijk werd ook een stuk zee aangewezen dat geschikt leek voor drooglegging: tussen Wieringen, Kolhorn en de Westfriese Zeedijk verschenen de contouren van de Wieringermeer. Op 21 augustus 1930 viel de Wieringermeerpolder droog. In mei 1932 werd de Afsluitdijk voltooid.Bij de inrichting van de polder wilde het Rijk een herhaling van de ellende in de Haarlemmermeer vermijden. Die polder was in het midden van de negentiende eeuw drooggelegd en vervolgens aan haar lot overgelaten, met chaos, anarchie, ziektes en diepe armoede als gevolg. De Voorlopige Directie van de Wieringermeer kreeg de taak alles in goede banen te leiden. Zij zorgde voor de uitgifte van cultuur- en bouwgronden, bebossing en beplanting, woningbouw, de aanleg van de waterleidingen, elektriciteit, het onderwijs en medische en godsdienstige verzorging. Nu is dat een heel normale gang van zaken in Nederland maar in het begin van de twintigste eeuw was die verregaande staatsbemoeienis geheel nieuw. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging de opbouw van de polder door met nieuwe uitgiftes van pachtboerderijen maar hieraan kwam op 17 april 1945 abrupt een einde toen de Duitse bezetter op twee plaatsen in de IJsselmeerdijk munitie tot ontploffing bracht en het water met grote kracht de polder in stroomde. Ruim 7.000 bewoners en onderduikers moesten vluchten en het nieuw gewonnen land verdween onder water. Na de bevrijding in mei 1945 werd met man en macht gewerkt om de polder opnieuw droog te krijgen, wat in december gebeurde. Het duurde tot ver in de jaren 50 voordat alle boerderijen, woningen, scholen, winkels, kantoren, wegen en bruggen weer waren opgebouwd.