Op 31 januari werd besloten een aantal grote gebieden langs de Waal te evacueren. In de Ooijpolder en het Land van Maas en Waal moesten in totaal 30.000 inwoners verplicht evacueren, in de Betuwe 140.000. Op 1 februari begon een dijk bij Ochten aan de Waal te schuiven en werd er groot alarm geslagen. Honderden militairen en vele tientallen lokale vrijwilligers werden ingezet om de dijk met zandzakken te verzwaren en het dorp werd op last van de burgemeester versneld ontruimd. Ondertussen was het water bij Lobith verder gestegen tot 16,68 meter boven NAP.
Vanaf 2 februari begon het water snel te zakken en was met bang dat nu de druk van het hoge water wegviel, de met water verzadigde dijken zouden inzakken. Gelukkig bleef dat het dorp gespaard en konden de bewoners vanaf 4 februari terug naar hun huizen.