Al sinds de stichting van de stad heeft Venetië te kampen met overstromingen, maar in de 20e eeuw volgden de hoogwaterstanden, ‘acqua alta’ in het Italiaans, elkaar steeds sneller op. Niet alleen stijgt de zeespiegel, de stad zakt ook weg in de onstevige ondergrond. Momenteel ligt Venetië tot 25 cm lager dan in 1897, toen het huidige officiële referentiepeil werd vastgesteld. De lokale relatieve zeespiegelstijging bedroeg tussen de Romeinse tijd en de 20e eeuw ongeveer twee meter, gemiddeld 13 cm per eeuw. De stad verzakt door een combinatie van natuurlijke oorzaken en menselijk handelen. Door het oppompen van grondwater, grootschalige vuilstort en de aanleg van het industriegebied van Marghera en de tot 18 meter diepe vaargeulen voor grote olietankers en cruiseschepen is de biologische balans tussen afzetting en erosie in de lagune verstoord. Ook eroderen de oeverranden in een hoger tempo door de golfslag die snelle motorboten veroorzaken. Op 36 plaatsen vloeit water uit het binnenland de lagune in, in de winter opgejaagd door de borawind. De ernstigste overstroming in de geschiedenis van de stad, waarbij het water op 4 november 1966 tot 1,9 meter boven het gemiddelde peil reikte, was te wijten aan een combinatie van overvloedige regenval in het achterland en een ongunstige piek in de getijdenresonantie van de Adriatische Zee, versterkt door een uitzonderlijke siroccowind. Het MOSE Project maakt deel uit van een initiatief van de landelijke overheid om de weerbaarheid van de kustregio’s te versterken met milieumaatregelen. Rond de lagune worden ook de zanderige stranden, steigers en kademuren in de wijde omgeving over een lengte van meer dan 60 kilometer verstevigd.