Engeland en Ierland werden ook zwaar getroffen door deze watersnood. William of Malmesbury, een twaalfde-eeuws Engels historicus en kroniekschrijver, schreef: “A tidal wave, of the sort which the Greeks call euripus, grew to an astonishing size such as the memory of man cannot parallel, so as to submerge villages many miles inland and overwhelm and drown their inhabitants.” De schade aan de Noord-Amerikaanse kust was veel groter dan die in Nederland en Groot-Brittannië. Een tsunami ontstaat op de plek waar het water ondieper wordt. Aangezien de Noordzee veel ondieper is dan de Atlantische Oceaan, breken veel golven al ver voor de kust. Als gevolg van de watersnood van 1014 verziltte veel landbouwgrond en was deze jarenlang onbruikbaar. Hele dorpen verdwenen. Hoe afschuwelijk de watersnood van 1014 moet zijn geweest, valt op te maken uit een paar regels in de kronieken van kloosters in Europa, en kleine stukjes geologisch bewijs verspreid over de hele wereld. Ook speelt de watersnood een hoofdrol in verhalen en liederen die van generatie op generatie door zijn gegeven.