Een verhaal over de eeuwige Nederlandse strijd tegen water
De stormvloed van van het jaar 1906
Stormvloed 1906
Op 12 maart 1906 werden Zeeland en Vlaanderen getroffen door een zware stormvloed. Er vielen geen slachtoffers maar de schade was enorm. Een bericht uit Nieuw Namen (Zeeuws-Vlaanderen) uit die tijd: “De storm en vooral het hoge water heeft maandag namiddag in de haven zeer vele schade aangericht: omtrent een twintigtal vaartuigen zijn erg beschadigd. Het water was bijna tot aan het kruin van den dijk gestegen, zodat de golven er aanhoudend overheen sloegen.”
Ondergelopen straat 1906
De overstroming vond overdag plaats en mensen en vee konden tijdig uit de ondergelopen polders vluchten. Veel dijken konden de kolkende watermassa’s niet weerstaan en de dijken die stand hielden werden zwaar beschadigd. Er werd met man en macht gewerkt om te voorkomen dat de watersnood zich uitbreidde naar de achtergelegen polders. Na deze stormvloed werden de dijken voorzien van muren bovenop de dijk, de zogenaamde muraltmuurtjes. Tussen 1906 en 1935 werd 120 kilometer, dat was ongeveer een derde van alle Zeeuwse buitendijken in die tijd, van deze goedkope dijkverhoging voorzien. Maar toen het water in 1953 steeg, bleken de ophogingen niet te voldoen. De muren werden na 1953 dan ook weer afgebroken.