In het jaar 1345 speelde de stad Stavoren een hoofdrol bij de ‘Slag bij Warns’, een beroemde veldslag in de Friese geschiedenis. Friesland werd aangevallen door een leger uit Holland en de Friezen versloegen de Hollanders op verpletterende wijze. Deze veldslag vond vlakbij Stavoren plaats en in de loop der tijd hebben diverse prominente historici ervoor gepleit dat de naam de ‘Slag bij Stavoren’ historisch gezien eigenlijk een betere benaming zou zijn dan de ‘Slag bij Warns’. Het Stavoren waarover hierboven wordt geschreven bevindt zich geografisch gezien net op een andere locatie dan het 21e-eeuwse stadje Stavoren, meestal ‘Oud-Stavoren’ genoemd. In de middeleeuwen zorgden grote stormvloeden vaak voor overstromingen in Stavoren. Men heeft in de loop der eeuwen zowel de stad als het klooster diverse malen naar een andere locatie, meer landinwaarts, moeten verhuizen. De locatie waar de oude stad vroeger lag, viel op den duur ten prooi aan de zee. De voormalige stad kwam dus op de bodem van de Zuiderzee, later het IJsselmeer, te liggen. Deze omstandigheden hebben archeologisch onderzoek naar Oud-Stavoren vanzelfsprekend bemoeilijkt. Historici zijn het er wel over eens dat Oud-Stavoren ergens nabij Stavoren op de IJsselmeerbodem moet liggen, maar de exacte locatie is nog nooit gevonden. De ooit zo bloeiende stad Stavoren is anno 2020 nog maar een plaatsje met circa 950 inwoners. Het stadje is zich economisch gezien vooral gaan richten op toeristen die van watersport houden. Het is een populaire plaats geworden voor pleziervaarders die zowel op de Friese Meren als op het IJsselmeer willen zeilen. Stavoren was tot 1984 de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente. Vervolgens werd het een onderdeel van de fusiegemeente Nijefurd. Daarna fuseerde deze gemeente in 2011 met een aantal andere gemeenten tot de nieuwe gemeente Súdwest-Fryslân, qua oppervlakte een van de grootste gemeenten van Nederland.