De eerste vorm van waterkering, in de vorm van een dam, werd reeds vroeg door de mens in rivieren gebouwd om zo het waterniveau te laten stijgen. Hierdoor konden grotere schepen worden ingezet, ook al konden deze de stuwen niet overbruggen. Een rivier telde verschillende stuwen dus erg praktisch was dit niet. De oplossing was een flitssluis, die vooral stroomafwaarts werkte. Hierbij werd een schip voor de dam gelegd en werd een kleine deur geopend, waardoor het schip op de stortvloed van water mee stroomde. Stroomopwaarts moest het schip met touwen tegen de stroom in gehesen worden. Zodra het schip de stuw had overbrugd, werd de deur weer gesloten. Deze methode was niet zonder gevaar; meerdere schepen werden overspoeld en zonken door de grote hoeveelheid water die ze over zich heen kregen. De uitvinding van de schutsluis zorgde voor een gecontroleerde omgeving om een schip veilig van het ene niveau naar het andere te loodsen.