havenstad rotterdam

Rotterdam slepers
Rotterdam kranen
Rotterdam Maasvlakte
Rotterdam Oude haven
Rotterdam container
Rotterdam schepen
Rotterdam Berge Stahl
Rotterdam Architecture
Google maps Rotterdam
Kaart Rotterdam

Het gebied rond de monding van de Rotte werd al rond 900 bewoond. Omstreeks het jaar 1000 werd voor het eerst melding gemaakt van de parochie Rotta. Het gebied maakte deel uit van het graafschap Holland, dat op zijn beurt weer deel uitmaakte van het Roomse Duitse Rijk. De graaf van Holland had gebieden weer in beheer gegeven aan ambachtsheren, die lokaal het gezag uitoefenden. Deze edelen hadden elk hun eigen waterwering gebouwd ter bescherming tegen het water. Graaf Floris V adviseerde hen hun dijken aan elkaar aan te sluiten zodat er een zeedijk zou ontstaan die het hele achterland zou beschermen. Deze dijk sneed de Rotte van de Maas af. Er werd een spuisluis aangelegd. Dit deel van de zeedijk heette Middendam (waar nu de Hoogstraat ligt) en rond deze dam in de Rotte ontstond Rotterdam. In 1340 verleende graaf Willem IV stadsrechten aan de gebieden ten westen en ten oosten van de Rotte. Ook mocht Rotterdam een aftakking van de Schie graven (Rotterdamse Schie) om zo een verbinding met het Hollandse achterland (Delft, Haarlem) te krijgen, en in 1358 mocht Rotterdam een stadsmuur bouwen.

De witte poort van Rotterdam
De witte poort van Rotterdam

De Rotterdamse economie draaide in die tijd voornamelijk op de haringvangst en de overslag van goederen langs de Rotte en de Schie. Het lukte Rotterdam om het stapelrecht (een handelsmonopolie) van Dordrecht ongedaan te maken. Rotterdam ontwikkelde zich als koopstad, waar kooplieden goederen per schip importeerden, opsloegen en vervolgens op de lokale, regionale of buitenlandse markt brachten. In 1572 raakte Rotterdam betrokken in de Tachtigjarige oorlog en veroverden de Watergeuzen Den Briel. De Spaanse troepen werden verjaagd. De Watergeuzen namen Delfshaven in en rukten op naar Rotterdam. De stad sloeg de aanval af, maar een paar dagen later stonden de Spanjaarden voor de poort. In de stad was onenigheid over het in te nemen standpunt en men besloot slechts een klein aantal Spanjaarden toe te laten, wat door een misverstand op een bloedbad uitliep. De Spanjaarden heroverden vanuit Rotterdam Delfshaven. Vervolgens werden de troepen teruggetrokken naar de Zuidelijke Nederlanden om een inval van Lodewijk van Nassau te bestrijden. De pro-Spaanse bestuurders van de stad vertrokken met de Spaanse troepen. Vanaf dat moment koos Rotterdam voor de opstand. De gebeurtenissen van 1572 en ook die van een aantal jaren later tijdens het beleg van Leiden, maakten duidelijk dat de stad beter beschermd moest worden en de stad werd uitgebreid met nieuwe havens en verdedigingswerken.

Schilderij Rotterdam Laurens 1676
Schilderij Rotterdam Laurens 1676

Economisch gezien was de tijd die toen aanbrak er een van grote groei en voorspoed. De scheepvaart en met name de handel met Engeland, Frankrijk, Amerika en zelfs met Spanje bloeiden op. De ligging van de stad was gunstig, en ook de politieke omstandigheden speelden Rotterdam in de kaart. Delft hield de havenplaats Delfshaven kort uit kortetermijnbelang, Schiedam was te zuinig om de haven uit te breiden en Amsterdam en Antwerpen waren geblokkeerd. Toen Amsterdam voor de opstand tegen Spanje koos, verdween weer veel handel naar AmsterdamOok cultureel maakte Rotterdam een bloeitijd door. De stad trok wetenschappers en filosofen uit diverse landen aan, die vanuit Rotterdam publiceerden. De bekendste onder hen was de Franse protestant Pierre Bayle (1647-1706), die in 1681 hoogleraar werd aan de Illustre School van Rotterdam. Hij schreef in Rotterdam zijn meesterwerk ‘Dictionaire Historique et Critique’. De Engelse filosoof John Locke schreef in Rotterdam in 1686 ‘An Essay concerning Human Understanding’. Locke’s ideeën waren later inspiratie voor de opstellers van de Amerikaanse Grondwet. Ook het drukkers- en uitgeversgilde beleefde een gouden tijd in de 17e eeuw. Door de gunstige ligging van Rotterdam op tal van handelsroutes lieten buitenlandse schrijvers hier hun werken drukken en verspreiden en wisten Rotterdamse en Nederlandse schrijvers een internationaal publiek te bereiken.

Schilderij James Webb Rotterdam
Schilderij James Webb Rotterdam

De 18e eeuw betekende voor de hele republiek een tijdperk van stagnatie en achteruitgang. Het land werd overvleugeld door Engeland in de internationale politiek en handel. Er ontstond wat industrie (suiker, koffie, tabak, jenever). De groei van Rotterdam stagneerde, de bewoning bleef binnen de stadsmuren (vesten) waar de bevolkingsdichtheid extreme vormen aannam. Ook werden industrieën die in de stad zelf als niet langer wenselijk werden beschouwd naar de polders buiten de stad verhuisd. Dit kon omdat Rotterdam na de opstand de jurisdictie in de ambachten rondom had verworven. De Franse tijd leidde een periode van vergaande stagnatie in maar na het vertrek van de Fransen kwam Rotterdam weer vrij snel tot groei. In het Ruhrgebied kwam de industrialisatie goed op gang en Rotterdam was goed gelegen voor de opkomende handel tussen dit gebied en de markten in Engeland en Amerika. Ook leende Rotterdam zich uitstekend voor de export van Duitse steenkolen en de exploratie van Afrika bracht nieuwe handel. In deze periode werd de binnenstad gesaneerd (waterleiding, riolering, afwatering) en breidde de stad haar havencapaciteit enorm uit. De aard van de handel en de havenactiviteiten veranderde ingrijpend. Het accent verschoof van koopstad naar de transitohandel, waarbij goederen zo snel mogelijk werden doorgevoerd naar de eindbestemming. De koopman verdween en het overslagbedrijf deed zijn intrede. Er werden arbeiders uit met name het Hollandse platteland en steden, maar ook uit Brabant en Zeeland aangetrokken. Naast immigratie speelde vanaf het eind van de 19e eeuw, door de sterk dalende zuigelingensterfte, ook de natuurlijke bevolkingsaanwas een steeds belangrijkere rol in de bevolkingsgroei. Om die groeiende bevolking te kunnen herbergen, ging Rotterdam buiten de stadsdriehoek bouwen en verrezen Cool, het Oude Westen en het Nieuwe Westen. In 1886 werd Delfshaven geannexeerd, in 1895 volgde Kralingen. Belangrijk voor de ontwikkeling van Rotterdam als havenstad was de aanleg van de Nieuwe Waterweg in 1863. Op het eiland Feijenoord werden een aantal havens aangelegd en nieuwe woonwijken gebouwd, nadat in 1878 de Maasbruggen waren aangelegd. In deze periode kwamen ook de spoorwegen naar Rotterdam; eerst de aansluiting op de Hollandse Spoorweg naar Amsterdam via Den Haag en later ook het Rijnspoor naar Gouda en Utrecht, en tenslotte het doortrekken van de spoorlijn naar het zuiden via het spoorwegviaduct en de spoorbruggen over de Nieuwe Maas. Rotterdam streefde Amsterdam als havenstad voorbij. De eerste wereldoorlog bracht stagnatie met zich mee, die pas rond 1926 was overwonnen. Daarna kwam de wereldwijde economische recessie van 1929, die ook Rotterdam niet spaarde. De effecten van de Eerste Wereldoorlog en de economische crisis in de jaren dertig brachten pijnlijk aan het licht hoe kwetsbaar de Rotterdamse economie was. De bedrijvigheid was zeer eenzijdig en bovendien zeer afhankelijk van de ontwikkelingen in het Duitse achterland.

Rotterdam na Duits bombardement
Rotterdam na Duits bombardement

De inval van Duitsland in mei 1940 liet diepe sporen na in de Rotterdamse samenleving en stadsontwikkeling. Op 14 mei werd de binnenstad en de 17e-eeuwse haven volledig vernietigd en ook delen van Kralingen, Crooswijk en het Noordereiland werden zwaar getroffen. Ongeveer 900 mensen kwamen om en duizenden mensen werden dakloos. Ook later in de oorlog had de stad te lijden van bombardementen, ditmaal van geallieerde zijde. Vijf jaar van onderdrukking en vervolging volgden. In 1945 vernielden en roofden de Duitse troepen wat er nog over was van de haveninstallaties. Het basisplan voor de wederopbouw werd in 1946 aanvaard. De plannen voor de wederopbouw waren op zich niet nieuw, zij waren al ver voor de oorlog gemaakt als oplossing voor de toenemende verkeersproblemen in de dichtbebouwde binnenstad. Met name door geldgebrek gedurende de crisisjaren en de vergaande consequenties van sommige ideeën werden veel van deze plannen niet uitgevoerd. Toch werden ook voor de oorlog de nodige gebouwen gesloopt en nieuwe doorgaande straten aangelegd. In 1946 werd echter het oorspronkelijke stratenplan verlaten en het centrum werd ontsloten door brede verkeerswegen. Er werd gedacht in stedelijke functies die gegroepeerd werden: winkels, banken, woningen, groen. Vooral de architecten van het Nieuwe Bouwen kregen veel ruimte bij het invullen van de wederopbouw. In het centrum verdween 50% van de woningcapaciteit. Nieuwe wijken werden gebouwd op Zuid (Pendrecht, Zuidwijk, Lombardijen), Hoogvliet en Alexander (Lage Land, Ommoord). Al voor de oorlog was de stad zich gaan beraden op mogelijkheden om de eenzijdige afhankelijkheid van de haven en de economische ontwikkelingen in Duitsland te verminderen. Gekeken werd naar industrialisatie. Pas na 1950 lukte dat, met name in de petrochemische industrie. De haven breidde zich uit in westelijke richting. Achtereenvolgens werd het Waalhavengebied, Pernis, de Botlek, Europoort en het Maasvlaktegebied in gebruik genomen. Grotere en diepere havens werden aangelegd en de (petro)chemische industrie nam een grote vlucht. In de transportsector kreeg de containeroverslag steeds meer de overhand in de haven.

Schilderij Koos Prooi
Schilderij Koos Prooi - Aanleg Europoort

Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig was het basisplan al enige tijd voltooid. Er was een nieuwe stad gebouwd, maar de strikte functiescheiding en het rigide Nieuwe Bouwen hadden een wat kille en stille binnenstad opgeleverd. De overgebleven open plekken werden steeds meer ingevuld met verrassende, maar veelal kleinschalige woningbouwprojecten. In de oude wijken werd met de stadsvernieuwing begonnen. In de late jaren 80 en jaren 90 kwamen er meer grootschalige projecten en werd de wederopbouw afgerond met veel hoogbouw, die de stad een wereldstaduiterlijk gaf. De meest recente projecten zijn de Erasmusbrug en de Kop van Zuid. Deze periode werd ook gekenmerkt door een massale trek van Rotterdammers uit de oudere wijken naar Rotterdamse nieuwbouwwijken, maar vooral ook naar de randgemeenten zoals Capelle a/d IJssel, Spijkenisse, Ridderkerk, Barendrecht en Hellevoetsluis, die een snelle groei doormaakten. De plaats van deze (ex-)Rotterdammers werd ingenomen door nieuwkomers. Door de explosieve economische groei tussen 1965 en 1973 was er een grote behoefte aan arbeidskrachten. Dit luidde een eerste immigratiegolf in van arbeiders uit het Middellandse Zeegebied, met name Marokko en Turkije. Rond 1975 kwam ook een aanzienlijk aantal migranten uit Suriname naar Nederland en ook naar Rotterdam. De hernieuwde welvaart van de negentiger jaren zorgde nog meer immigratie uit arme landen. Inmiddels is al 40% van de Rotterdamse bevolking van allochtone afkomst. Dit heeft een kosmopolitisch stadsbeeld opgeleverd, met een grote verscheidenheid op cultureel, culinair en religieus gebied.

Rotterdam Nieuwe waterweg
Rotterdam containership