NOORD HOLLANDSCH KANAAL

Noord Hollands Kanaal
Vlotbrug in Noord Hollandskanaal
Pont Noord Hollands Kanaal
Noord Hollands Kanaal
Kaart Noord Hollandskanaal
Kaart Noord Hollandsch kanaal

In de 17e eeuw nam de bevaarbaarheid van de Zuiderzee voor de zeescheepvaart naar Amsterdam af. Met name de ondiepte bij Pampus die de doorgang naar het IJ voor grote schepen blokkeerde zorgde voor veel oponthoud. Toen het overladen van goederen naar kleinere schepen te tijdrovend en te duur werd is men gebruik gaan maken van scheepskamelen, een systeem van drijvers dat aan een schip verbonden werd om de diepgang ervan tijdelijk te verminderen. Daarbij kampte Amsterdam ook met het dichtslibben van de haven. Het graven van een rechtstreekse verbinding naar de Noordzee durfde men nog niet aan. Dit zou gepaard gaan met de afdamming van het IJ bij de Zuiderzee, maar men was technisch nog niet in staat een groot sluizencomplex te bouwen. Na de val van Napoleon ging het slecht met de Nederlandse economie. Een belangrijke oorzaak was het ontbreken van goede water- en wegverbindingen. Koning Willem I wilde daar snel verbetering in brengen en tijdens zijn bewindsperiode, van 1814 tot 1840, werden veel verkeersverbindingen aangelegd, waarvan het Noordhollandsch kanaal de belangrijkste was. In 1818 gaf de koning waterbouwkundige Jan Blanken Janz opdracht een plan uit te werken. Zijn voorstel was een kanaal dat alleen geschikt zou zijn voor binnenvaartschepen. Amsterdam was hier fel op tegen omdat zeeschepen in dat geval Den Helder als eindbestemming zouden kunnen nemen waardoor Amsterdam belangrijke inkomsten zou mislopen. In 1819 werden de koning en Amsterdam het eens over de aanleg van een breder en dieper kanaal dat geschikt was voor zeeschepen, het Noordhollandsch kanaal. In feite ontstond dit kanaal door een aantal boezemwateren met elkaar te verbinden. Zo loopt het kanaal onder andere langs de ringvaarten van de Beemster en de Schermer en ten noorden van Alkmaar langs het oude riviertje de Rekere. De bestaande wateren moesten wel verbreed en uitgediept worden. Naast de aanpassingen aan bestaande wateren werd ook de Koegraszeedijk aangelegd. Deze ligt vanaf Den Helder tot de Zijpe- en Hazepolder en ten oosten van het kanaal. De uitgegraven grond werd gebruikt voor de aanleg van een dijk waardoor ook een grote polder, de Koegras, ontstond. De bodem bestond voornamelijk uit zandgrond en niet uit vruchtbare klei, en was daarom vooral geschikt voor beweiding. De landverbinding tussen Den Helder en de rest van Nederland werd hiermee ook verbeterd.

Noord Hollands Kanaal

In de zomer van 1819 begonnen 9.000 slecht betaalde arbeiders met het zware graafwerk aan het Noordhollandsch kanaal. Alle werkzaamheden werden uitgevoerd met schoppen, kruiwagens en paarden. Veel arbeiders woonden in zelfgemaakte bouwsels dicht bij de werkplek en vooral in de winter was het zwaar. Er waren vaak ongeregeldheden en de regering stationeerde militaire eenheden langs het kanaal om de controle te behouden. Het kanaal had een lengte van 80 kilometer, was 40 meter breed aan de waterspiegel en had een diepte van 6 tot 7 meter over een bodembreedte van bijna 10 meter. Het was destijds het breedste en diepste kanaal ter wereld. De aanleg duurde ongeveer vijf jaar.

Noord Hollands kanaal
Vlotbrug in Noord Hollandsch kanaal

Bijzonder aan het Noordhollandsch kanaal zijn de vlotbruggen. Dit zijn beweegbare bruggen, die opengaan door horizontaal te bewegen (zonder te draaien). In de tijd van de aanleg van het kanaal was het nog niet mogelijk bruggen te bouwen met een grote overspanning. De breedte van het kanaal was 37 meter, genoeg om twee linieschepen van de marine te kunnen laten passeren. Een veerpont zou te veel oponthoud voor de bewoners betekenen. Omstreeks 1824 werden negen vlotbruggen gebouwd. De vlotten waren oorspronkelijk van hout en zijn later door metalen drijvers vervangen. Er zijn nog vijf vlotbruggen aanwezig ten Noorden van Alkmaar.

 

Sluis in Noord Hollands kanaal
Sluis in Noord Hollandsch kanaal