Een verhaal over de eeuwige Nederlandse strijd tegen water
MARKIEZAATSKADE
Markiezaatskade (rechts)
Kaart Markiezaatskade
De Markiezaatskade, een vier kilometer lange hulpdam die het Markiezaat van Bergen op Zoom omkadert, loopt tussen Zuid-Beveland (ten oosten van de Kreekraksluizen) naar de Molenplaat voor Bergen op Zoom. Als een van de compartimenteringswerken had het twee functies; het vergemakkelijken van de sluiting van de Oesterdam en het voorkomen van te hoge stroomsnelheden op de Schelde-Rijnverbinding. De bouw van de dam duurde twee jaar en werd op 20 maart 1983 voltooid. De dam bestaat van noord naar zuid uit een laag damvak van 1.900 meter lang, een stenen sluitkade van 800 meter, een laag damvak van 400 meter, een 1.100 meter lang hoog damvak ten westen van de Molenplaat en een verbindingsdam met de zuidkant van de Molenplaat.
Achter de kade ontstond het Markiezaatsmeer. In 1530, na de Sint-Elizabethsvloed, kreeg dit gebied de naam ‘Verdronken land van het Markiezaat van Bergen op Zoom’. Het was lange tijd een getijdengebied waar het water van de Noordzee en de Schelde elkaar ontmoetten. Nadat in 1868 het Kreekrak werd afgesloten, maakte het Markiezaat deel uit van de Oosterschelde. Door het aanleggen van de Oesterdam en een dijk ten oosten van de Schelde-Rijnverbinding ontstond een meer dat na enkele jaren zoet was geworden. Volgens het Wereld Natuur Fonds leent dit reservoir zich bij uitstek voor ontwikkeling tot duurzaam natuurgebied. Het Markiezaat is na de Waddenzee en het IJsselmeer het grootste wetlandgebied van Nederland, met jaarlijks honderdduizenden trekvogels die er neerstrijken.
Omdat veel watersporters het gebied bezoeken en omdat de zoetwaterbuffer die achter de dam ontstond een grote rol speelt in de watervoorziening van de omgeving is het van groot belang dat het zoete water in het meer van goede kwaliteit is. In droge periodes kan de voorraad worden aangesproken en in natte periodes dient het als opvangbassin voor overtollig oppervlaktewater uit het westelijke deel van Noord-Brabant. Het ingenieuze systeem van de sluizen kan zout en zoet water van elkaar scheiden maar kan niet voorkomen dat er toch kleine hoeveelheden zout water in het Volkerak en het Zoommeer terechtkomen, via de Kreekraksluizen en via de Krammersluizen in de Philipsdam. Om het zoute of vervuilde water weg te kunnen pompen zijn er bij Bath een spuikanaal en een spuisluis richting de Westerschelde aangelegd.