ENKHUIZEN





De gemeente Enkhuizen omvat de woonkernen Enkhuizen, Westeinde en Oosterdijk en is, met wat eenvoudige behuizingen van vissers en boeren op een buitendijks gelegen droogte, zuidoostelijk van het huidige Enkhuizen, rond het jaar 1000 ontstaan. Enkhuizen verloor de strijd tegen de macht van de Hollandse graven, net op het moment dat ze in 1299 haar rechten ontving van Jan I. De Oost-Friezen waren geduchte tegenstanders van de Hollandse graven en de Enkhuizers. Onder Willem de Vijfde kreeg Enkhuizen in 1355 stadsrechten waardoor Enchusen en Gommerkerspel verenigd werden tot een stad. De belangrijkste middelen van bestaan waren de scheepvaart en de visserij. Een zware storm in 1361 gaf aanleiding tot de bouw van een haven, de huidige Noorder en Zuider Havendijk. Enkhuizens’ welvaartsdrang resulteerde in de bouw van koopmanshuizen, de Rommelhaven in 1935, de Oude Haven, thans Dijk, in 1542 en de bouw van de Oosterhaven in 1567. In 1549 werd de ommuring van Enkhuizen voltooid. Mede dankzij deze ommuring bleef in mei 1572 in de strijd tegen de Spanjolen ‘de sleutel van de Zuiderzee’ in handen van de bewoners. De ontwikkeling van de zeevaart en de handel met onder andere Voor-Indië en Japan legde Enkhuizen geen windeieren. De bevolking groeide verder en nieuwe verdedigingswerken werden aangelegd. De Drommedaris is de enige poort uit deze oude verdedigingsgordel die in stand is gebleven en bepaalt thans voor een belangrijk deel het aanzicht van Enkhuizen.

Na deze periode kreeg Enkhuizen te maken met kapersschepen van Oostende en Duinkerken en de boycot van de Hollandse schepen in internationaal verband, ingevolge de ‘Acte van Navigatie’ uitgevaardigd door de Engelse dictator Cromwell. De pest eiste in 1636 meer dan 2.600 slachtoffers.
Daarbij kwam nog het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 en de toenemende positie van Amsterdam, wat ten koste ging van de steden van het Noorderkwartier. Enkhuizen verloor veel kapitaal aan het herstel van de gevolgen van verzanding van de havenmond. Door diverse oorlogen liep het bevolkingsaantal enorm terug, alsmede de haringvloot. Gedurende het laatste kwart van de vorige eeuw versterkte de positie van Enkhuizen weer, onder andere door de nieuwe spoorwegverbinding met Amsterdam en de intensivering van de land- en tuinbouw in West-Friesland. Naast de teelt van de gebruikelijke zaden ging men zich steeds meer bezighouden met de teelt van bloemzaad. Het verbouwen van aardappelen en groente nam voortdurend toe en de bloembollencultuur bood goede vooruitzichten. De afsluiting van de Zuiderzee in 1932 verschafte voor de paling- en snoekbaarsvissers een redelijk bestaan. Het bevolkingsaantal nam na de Tweede Wereldoorlog weer snel toe een tijdperk van herstel begon. Verschillende grote en kleine ondernemingen kwamen tot ontwikkeling. De thans in Enkhuizen gevestigde zaadbedrijven nemen wereldwijd een vooraanstaande plaats in. Ook is in de gemeente een belangrijke plasticindustrie gevestigd. Op toeristisch gebied biedt Enkhuizen een fraaie historische binnenstad, het Zuiderzeemuseum en de jachthavens, die tot de drukst bezochte van Nederland behoren.
