havenstad den helder





De geschiedenis van Den Helder begint omstreeks 1500 toen de eerste huizen werden gebouwd op een plek die nu net ten noorden van Oud Den Helder in zee ligt. Dit gehucht werd ‘Die Heldere Buyrt’ genoemd. De bewoners leefden van de visserij op de Noordzee en de Zuiderzee. In 1570 stak er een hevige storm op die een grote stormvloed veroorzaakte en het hele gebied overstroomde. Deze stormvloed wordt de Allerheiligenvloed genoemd. Ook het dichtbij gelegen en veel oudere dorp Huisduinen werd volledig weggespoeld. In Huisduinen werden de eerste boerderijtjes al gebouwd omstreeks 745. De mensen leefden toen voornamelijk van akkerbouw en veeteelt. Het lag net als Die Heldere Buyrt op een eilandje van zand. Na de overstroming van 1570 werden de dorpen op nieuwe droge plekken weer opgebouwd. Het nieuwe Die Heldere Buyrt kwam te liggen op de plaats die nu Oud Den Helder heet. Vanuit deze plek is Den Helder steeds groter geworden. Op Huisduinen woonden veel mensen met invloed, zoals de walvisvaarders en kapiteins van de koopvaardijschepen die hun schepen in de haven van Den Helder voor anker hadden liggen en de mensen die het gebied bestuurden. Vanaf 1700 begon Die Heldere Buyrt belangrijker te worden dan Huisduinen. Het bevolkingsaantal groeide en er werd veel gebruikgemaakt van de haven. Veel walvisvaarders, ook wel commandeurs genoemd, kwamen naar Den Helder. Op het eind van de 18e eeuw was de haven van Den Helder flink gegroeid en werd gerekend tot een van de grotere Europese havens.

Nederland werd tussen 1795 en 1813 overheerst door de Fransen. De vijanden van Frankrijk, Engeland en Rusland, stuurden in 1799 hun legers naar Nederland en bezetten Den Helder. Vervolgens werden zij weer door de Fransen verslagen. De keizer van Frankrijk, Napoleon, gaf in 1811 opdracht om een groot verdedigingswerk rond Den Helder te bouwen. Napoleon wilde zich zo verdedigen tegen aanvallen van vijandelijke legers. Zo zijn de forten Kijkduin, Falga, Dirks Admiraal, Oostoever en Erfprins ontstaan. Napoleon gaf ook opdracht om een marinewerf in Den Helder te bouwen maar deze is tijdens zijn bewind niet afgebouwd. In 1813 kwam er aan de Franse overheersing een einde maar het Franse leger trok pas in 1814 weg uit Den Helder. Na de Franse tijd werd Nederland een koninkrijk. Koning Willem besloot in 1814 dat de plannen van Napoleon alsnog moesten worden uitgevoerd. De marinewerf kreeg de naam Willemsoord en werd in 1826 in gebruik genomen. In 1819 werd aangevangen met de aanleg van het Noordhollands Kanaal, dat Den Helder via Alkmaar met Amsterdam verbond. Dit kanaal werd door duizenden arbeiders, met kruiwagen en schop als enige gereedschap, gegraven. Het kanaal werd in 1824 geopend. Kleine schepen konden nu door het kanaal naar Amsterdam varen, de grotere schepen moesten nog steeds omvaren via de Zuiderzee omdat het kanaal voor hen te ondiep was. Om de wijk Het Nieuwe Diep, wat eigenlijk een apart dorp was, te verbinden met Oud Den Helder, werd in 1829 het Helders Kanaal gegraven.

De stad groeide snel en rond 1878 woonden er al meer dan 22.000 mensen in Den Helder. Omdat de grote schepen nog moesten omvaren om bij Amsterdam te komen, besloot Amsterdam een eigen kanaal te graven direct naar de Noordzee, Het Noordzeekanaal. Dit was niet gunstig voor Den Helder; veel schepen voeren de stad nu voorbij. De grote kantoren van de scheepvaartmaatschappijen verhuisden naar Amsterdam en veel winkeltjes en bedrijfjes verdwenen. De marine en de rijkswerf bleven wel in Den Helder en boden aan steeds meer mensen werk. De Tweede Wereldoorlog heeft ook voor de inwoners van Den Helder grote gevolgen gehad. De marinestad werd door de Duitsers ingenomen en Den Helder is vaak gebombardeerd door de Engelsen in een poging de Duitsers te verdrijven. Veel inwoners vluchtten de stad uit. Zo kwamen er 1.500 mensen uit Den Helder naar Schagen. De gemeente Schagen had niet direct woonruimte voor al deze mensen en bouwde nieuwe huizen voor de vluchtelingen. In 1943 begonnen de Duitsers Oud Den Helder, inclusief de hele Kanaalweg en de Hoofdgracht met prachtige oude huizen uit de 19e eeuw, af te breken. In totaal zijn er meer dan 2.200 huizen door de Duitsers gesloopt, om ruimte te maken voor de aanleg van grote verdedigingswerken langs de kust, de Atlantikwall. Dit waren grote obstakels en bunkers die de Engelsen en de Amerikanen moesten verhinderen vanuit zee aan te vallen. Na de oorlog werd Den Helder weer opgebouwd tot grote marinestad. De mensen die tijdens de oorlog waren gevlucht keerden weer terug. Vanaf 1950 begon Den Helder steeds groter te worden. Tegenwoordig wonen er ongeveer 56.000 mensen in Den Helder.

