wintig dagen na de watersnoodramp was er een Deltacommissie geïnstalleerd. Deze commissie zou adviezen geven over de uitvoering van een Deltaplan dat de veiligheid in het Deltagebied duurzaam zou verhogen. Hoe veilig het gebied ook moest worden, de Nieuwe Waterweg en de Westerschelde moesten open blijven vanwege het economische belang van de havens van Rotterdam en Antwerpen. Om dammen te kunnen aanleggen in de monding van de waterwegen zouden er ook een aantal hulpdammen gebouwd moeten worden in de Zandkreek, de Krammer, de Grevelingen en het Volkerak. Deze worden de ‘compartimenteringsdammen’ genoemd, omdat ze het water in kleinere compartimenten zouden verdelen. Om de bouw van de dammen goed te regelen werd in 1959 de Deltawet aangenomen.