havenstad delfzijl

Delfzijl hotel
Delfzijl Industry
Delfzijl Dyke gate
Delfzijl harborbridge
Google maps Delfzijl
Kaart Delfzijl

Delfzijl is ontstaan aan de monding van het Damsterdiep, een gegraven waterweg die vroeger de Delf heette. Op de plaats waar de Delf in de Eems uitmondde liggen al vanaf het eind van de 12e eeuw drie zijlen (uitwateringssluizen). De oudste vermelding van de plaats dateert uit 1303. Appingedam, enkele kilometers stroomopwaarts gelegen, was in de 13e eeuw een belangrijke schakel in de handel met Oost-Friesland en had zich tot de centrale markt voor de producten uit Fivelingo en andere delen van het oosten van Groningen ontwikkeld. Ook bij de Eemsmond ontstond bebouwing en dit vormde de basis voor het ontstaan van Delfzijl, een stad die pas in 1825 stadsrechten kreeg. Delfzijl ontwikkelde zich in de loop der eeuwen tot een voor het noorden belangrijke havenstad en overvleugelde Appingedam in belang.

 

Delfzijl 1572
Delfzijl 1572

Door de sluizen in het Damsterdiep te openen of te sluiten kan de waterstand in het achterland worden geregeld en kan dit desgewenst onder water worden gezet. Ook bieden de sluizen de mogelijkheid de scheepvaart vanuit het achterland naar de Eems te reguleren. Vlakbij deze sluizen zijn regelmatig diverse versterkingen aangelegd. In de 15e en in het eerste deel van de 16e eeuw met blokhuizen, in latere eeuwen met verschansingen. Rond 1400 was er reeds sprake van een primitief havenbedrijf bij Delfzijl voor het overladen van zeeschepen op kleinere binnenschepen. De haven van Delfzijl wordt vanaf de 16e eeuw in verschillende maritieme geschriften vermeld. De haven vormde toen een belangrijke uitwijkhaven voor de Nederlanden, wanneer de havens van Holland en Zeeland wegens oorlogsomstandigheden onveilig waren. In 1591 bezocht prins Maurits de haven met een vloot van 150 schepen. Enige decennia later bezocht Piet Hein Delfzijl met de Zilvervloot. Tijdens de tweede Engels-Nederlandse oorlog in 1665 kwam Michiel de Ruyter met de West-Indische vloot en dertig door hem buitgemaakte schepen de haven van Delfzijl binnen. In 1705 week de Groenlandvloot met 96 schepen en een buit van 1.100 walvissen uit naar Delfzijl uit angst voor een Franse oorlogsvloot.

Franse vestingswerken Delfzijl
Franse vestingswerken Delfzijl

In de Franse tijd werd een Frans garnizoen in Delfzijl gevestigd, in 1799 is er een kazerne gebouwd. Tot na de verbanning van Napoleon naar Elba bleef de plaats door een Franse troepeneenheid bezet: in 1813 waren er 1.400 Franse soldaten gelegerd. In 1814 sloegen Kozakken, Pruisen en de Nederlandse landstorm het Beleg om Delfzijl. De belegeraars leden echter grote verliezen. Pas nadat de Franse bevelhebber in 1814 een officiële brief kreeg dat zijn keizer zich had overgegeven, droeg hij de macht over. De Franse uitvallen zorgden voor zware verwoestingen bij de plaatsen in de omtrek van Delfzijl en ook Delfzijl zelf liep zware schade op. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de omgeving van de stad zwaar versterkt met bunkers, loopgraven en andere militaire middelen. Aan het eind van de oorlog werd de haven van Delfzijl gebruikt om het zogenaamde Zweeds wittebrood te lossen. De Duitse bezetting eindigde door de vele versterkingen later dan op de meeste plaatsen in Nederland. Er werd fel slag geleverd om Delfzijl. De stad was van strategisch belang voor de bescherming van de Eems en de Duitse stad Emden. Op 2 mei 1945 capituleerde het Duitse garnizoen. De binnenstad van Delfzijl werd bij de bevrijding door de krijgshandelingen grotendeels verwoest.

Duits geschut op dijk Delfzijl
Duits geschut op dijk Delfzijl

Na de oorlog werd de binnenstad herbouwd en werden nieuwe uitbreidingen gerealiseerd. De echte ontwikkeling van de stad kwam echter daarna pas op gang. In de bodem van de provincie Groningen werd in 1951 zout en in 1958 aardgas gevonden, en de Eemsmondregio werd door de Nederlandse overheid aangewezen als gebied voor economische ontwikkeling en ontsluiting van Noord-Nederland. In 1968 werd gestart met de aanleg van een diepzeehaven, gevolgd door de aanleg van het industrieterrein Oosterhorn en het Zeehavenkanaal. De haven van Delfzijl was in 1973 gereed. De economie was inmiddels beland in de oliecrisis, mede waardoor de industriële expansie sterk verminderde. Ook stopte de rijksoverheid met het verstekken van subsidies voor de vestiging van nieuwe bedrijven. Hierdoor bleef een belangrijk deel van het beoogde industriegebied Oosterhorn bij Delfzijl braak liggen. Delfzijl heeft tot op de dag van vandaag te maken met leegloop en vergrijzing. Ondanks sloop van vele huizen en gebouwen trekken nog steeds veel jonge mensen weg. Delfzijl is de op vijf na grootste havenstad van Nederland. Scheepswerven in de stad zijn Nautisch Centrum Delfzijl en Niestern Sander. Chemiepark Delfzijl is qua grootte het tweede chemie-industriegebied van Nederland. Fabrieken waren of zijn onder andere Aluminium Delfzijl (ALDEL), Akzo, NKF en Dow Chemical. In 2006 werd in Delfzijl de eerste biomethanolfabriek ter wereld geopend.

 

Delfzijl sluis oude Eemskanaal
Delfzijl sluis oude Eemskanaal